Lezing Joost de Bloois – ‘Making Ends Meet: Precarity, Art and Political Activism’, 13 augustus 2011


Tijdens de opening van de tentoonstelling ‘Informaliteit’ gaf Dr. Joost de Bloois, verbonden aan de afdeling Literatuur- en Cultuurwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam, een lezing over het begrip ‘precariteit’. Het concept van ‘precariteit’ laat zich het best omschrijven als ‘de structurele onzekerheid over het bestaan en het inkomen’, en staat centraal in een groot aantal hedendaagse protestbewegingen, van de Franse anti-CPE-protesten tot de Spaande Indignados, tot de Griekse sociale beweging en de recente studentenprotesten in Italië en Duitsland). Tegelijkertijd is ‘precariteit’ een sleutelbegrip geworden in zowel de kritische theorie als in de artistieke praktijk van vandaag. In zijn lezing ‘Making Ends Meet: Precarity, Art and Political Activism’ verduidelijkte Joost de Bloois de verschillende betekenissen en definities van het begrip.

Lees hier de (Engelse) tekst van Joost de Bloois’ presentatie ‘Making Ends Meet: Precarity, Art and Political Activism’.

More

Tentoonstelling ‘The Marx Lounge’ – Alfredo Jaar

Voor ‘The Marx Lounge’ van Alfredo Jaar is Stedelijk Museum Bureau Amsterdam omgebouwd tot leeszaal, compleet met comfortabele banken, leeslampen en een enorme leestafel. Op deze leestafel bevindt zich een ruime sortering publicaties op het gebied van marxisme, kapitalisme, neoliberalisme, postkolonialisme, globalisering, cultuurtheorie, politiek en filosofie. Klik hier om meer te lezen over ‘The Marx Lounge’.

 

More

Project ‘1975’ Essay Lucrezia Cippitelli

In iedere uitgebreide nieuwsbrief van Project ‘1975’ zal een gastcurator of kunstcriticus een relevant artikel schrijven over het onderwerp postkolonialisme in hedendaagse kunst. De eerste scrhijver is Lucrezia Cippitelli, Hoogleraar Esthetiek aan de Kunstacademie van L’Aquila, Gasthoogleraar aan Cornell University.

Eurocentrisme en de kritiek erop: van Derde Wereld-perspectief tot mondiaal internationalisme

‘Eurocentrisme is anti-universalistisch, want niet geïnteresseerd in het zoeken naar mogelijke algemene wetten van menselijke evolutie. Maar het presenteert zichzelf wel als universalistisch met de bewering dat de uitdagingen van onze tijd alleen zijn op te lossen als alle volken het westerse model imiteren.’1 De  cherpe analyse die Samir Amin van het concept eurocentrisme geeft, vindt haar oorsprong in het eind van de jaren zeventig. Ze lijkt een perfecte beschrijving van de toestand van de wereld aan het begin van de eenentwintigste eeuw, maar dit idee circuleerde in een tijd dat het mondiale proces van dekolonisatie zijn voltooiing naderde en de postkoloniale kritiek een plaats vond in de Angelsaksische academische wereld.2 In zijn invloedrijke, in 1978 gepubliceerde essay wijst de Egyptische marxistische econoom de wortels aan van iets dat hij omschrijft als een specifiek modern verschijnsel, sterk geworteld in de Europese Renaissance, dat in slechts vijf eeuwen vorm heeft gekregen en het machtige en ondoordringbare, eendimensionale culturele stelsel van de moderne wereld moest rechtvaardigen. Resultaat van dit ideologische proces is volgens Amin een westerse geschiedenis die een ontwikkeling laat zien van het oude Griekenland naar Rome, dan via feodaal christelijk Europa naar het kapitalistische Europa.3 Een culturele constructie van een eendimensionaal continent (blank, christelijk, wetenschappelijk progressief, filosofisch voortdurend in ontwikkeling, verlicht, kapitalistisch, vrij, democratisch), dat bovendien door de eeuwen heen het abstractie idee heeft uitgevonden en verdedigd van een dominant Westen en zijn tegenhanger: de Ander, de Rest, de Afwijkende en vaak de vijand. 4

More