In een lezing bij SMBA beargumenteert architect, schrijver en kunstenaar Tony Chakar (Beirut, 1968) hoe de oorlogen het dagelijks leven in Libanon hebben beïnvloed en met name de omgang met taal en cultuur drastisch hebben veranderd. De complexe politieke geschiedenis van het land, Libanon verkeerde van 1975 tot 1990 in burgeroorlog en in 2006 brak er oorlog uit met buurland Israël, ook in 2008 zijn er nog gevechten geweest, hebben er toe geleid dat de publieke ruimte en het publieke debat onbespreekbaar zijn geworden. De traumatische gebeurtenissen hebben de bevolking als het ware verstomd.
Chakar laat een foto uit de krant zien van Beirut tijdens de oorlog. De foto is veelvuldig gepubliceerd in internationale kranten maar Chakar kan het beeld niet aanzien. De foto van de werkelijkheid is te heftig en daarom fotografeerde hij de krantenfoto met zijn mobiele telefoon. Door de telefoonkwaliteit verliest de foto aan scherpte en met het wegvallen van de pixels valt er letterlijk een laag van de pijnlijke realiteit weg. Het beeld is hierdoor dragelijk geworden.
Hoewel taal een structuur lijkt te zijn die altijd aanwezig en toegankelijk is, stelt Chakar dat net als de omgang met beeld ook de omgang met taal werd aangetast. Enerzijds verandert de betekenis van woorden door het politieke spel tijdens een oorlog (“words change meaning, and “justice” suddenly means “killing”), anderzijds durven mensen door de onrust niet meer vrijuit te spreken. Een voorbeeld van deze veranderende omgang met taal ziet Chakar in het tijdschrift ‘Typo’, dat het echte nieuws brengt in een zelfbedachte, en dus onleesbare, Arabische taal. In de film ‘Beirouth la rencontre’ (1981) zijn de twee geliefden door de oorlogsomstandigheden van elkaar gescheiden. Omdat zij niet direct met elkaar kunnen, spreken ze cassettes vol om elkaar toch de liefde te verklaren. In andere films beginnen de hoofdpersonen plotseling een andere taal te spreken als ze het over de liefde hebben. Het gevoelsleven kan niet met dezelfde woorden worden omschreven als die van de taal waarin de oorlog wordt gevoerd.
Maar ook in het heden, in een tijd van vrede, is de zoektocht naar een passende manier om het oorlogstrauma te verwerken nog niet beëindigd. De huidige regering richt zich in de publieke ruimte op de toekomst. Beelden van utopische woonwijken prijken aan de muren om de mensen het verleden te doen vergeten. Chakar wil zich echter wel richten op het verleden en de bijbehorende beelden en taal. Maar hoe kun je herinneringen opbouwen van traumatische gebeurtenissen die nauwelijks kunnen worden uitgebeeld en beschreven? ‘How can I save these images?’, vraagt hij zich af.