Tijdens de opening van de tentoonstelling ‘Informaliteit’ gaf Dr. Joost de Bloois, verbonden aan de afdeling Literatuur- en Cultuurwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam, een lezing over het begrip ‘precariteit’. Het concept van ‘precariteit’ laat zich het best omschrijven als ‘de structurele onzekerheid over het bestaan en het inkomen’, en staat centraal in een groot aantal hedendaagse protestbewegingen, van de Franse anti-CPE-protesten tot de Spaande Indignados, tot de Griekse sociale beweging en de recente studentenprotesten in Italië en Duitsland). Tegelijkertijd is ‘precariteit’ een sleutelbegrip geworden in zowel de kritische theorie als in de artistieke praktijk van vandaag. In zijn lezing ‘Making Ends Meet: Precarity, Art and Political Activism’ verduidelijkte Joost de Bloois de verschillende betekenissen en definities van het begrip.
Tag Archives: Art
Lezing Joost de Bloois – ‘Making Ends Meet: Precarity, Art and Political Activism’, 13 augustus 2011
In een lezing bij SMBA beargumenteert architect, schrijver en kunstenaar Tony Chakar (Beirut, 1968) hoe de oorlogen het dagelijks leven in Libanon hebben beïnvloed en met name de omgang met taal en cultuur drastisch hebben veranderd. De complexe politieke geschiedenis van het land, Libanon verkeerde van 1975 tot 1990 in burgeroorlog en in 2006 brak er oorlog uit met buurland Israël, ook in 2008 zijn er nog gevechten geweest, hebben er toe geleid dat de publieke ruimte en het publieke debat onbespreekbaar zijn geworden. De traumatische gebeurtenissen hebben de bevolking als het ware verstomd.
Chakar laat een foto uit de krant zien van Beirut tijdens de oorlog. De foto is veelvuldig gepubliceerd in internationale kranten maar Chakar kan het beeld niet aanzien. De foto van de werkelijkheid is te heftig en daarom fotografeerde hij de krantenfoto met zijn mobiele telefoon. Door de telefoonkwaliteit verliest de foto aan scherpte en met het wegvallen van de pixels valt er letterlijk een laag van de pijnlijke realiteit weg. Het beeld is hierdoor dragelijk geworden.
Hoewel taal een structuur lijkt te zijn die altijd aanwezig en toegankelijk is, stelt Chakar dat net als de omgang met beeld ook de omgang met taal werd aangetast. Enerzijds verandert de betekenis van woorden door het politieke spel tijdens een oorlog (“words change meaning, and “justice” suddenly means “killing”), anderzijds durven mensen door de onrust niet meer vrijuit te spreken. Een voorbeeld van deze veranderende omgang met taal ziet Chakar in het tijdschrift ‘Typo’, dat het echte nieuws brengt in een zelfbedachte, en dus onleesbare, Arabische taal. In de film ‘Beirouth la rencontre’ (1981) zijn de twee geliefden door de oorlogsomstandigheden van elkaar gescheiden. Omdat zij niet direct met elkaar kunnen, spreken ze cassettes vol om elkaar toch de liefde te verklaren. In andere films beginnen de hoofdpersonen plotseling een andere taal te spreken als ze het over de liefde hebben. Het gevoelsleven kan niet met dezelfde woorden worden omschreven als die van de taal waarin de oorlog wordt gevoerd.
Maar ook in het heden, in een tijd van vrede, is de zoektocht naar een passende manier om het oorlogstrauma te verwerken nog niet beëindigd. De huidige regering richt zich in de publieke ruimte op de toekomst. Beelden van utopische woonwijken prijken aan de muren om de mensen het verleden te doen vergeten. Chakar wil zich echter wel richten op het verleden en de bijbehorende beelden en taal. Maar hoe kun je herinneringen opbouwen van traumatische gebeurtenissen die nauwelijks kunnen worden uitgebeeld en beschreven? ‘How can I save these images?’, vraagt hij zich af.
Wim Bossema schreef voor De Volkskrant een verslag over kunst in Ghana. Bossema sprak met de internationaal bekende kunstenaar Kofi Setordji over zijn project, in samenwerking met de Nubuke Foundation, waarin hij kunstnijverheid en kunst combineert. Ook bespreekt Bossema de schilderijen en installaties van de Nigeriaanse kunstenaar Akirash en de traditie van de highlife muziek uit de jaren zestig en zeventig, door het uitgaansverbod onbekend bij jonge Ghanezen.
Lees hier het volledige artikel In Ghana ligt kunst op straat.
De postkoloniale kritiek, populair in de kunst uit de eerste helft van de jaren negentig, maakt momenteel een opleving door in iets gewijzigde vorm. Lees hier de beknopte introductie op de geschiedenis van dit complexe vraagstuk, ‘Postkolonialisme nieuwe stijl’, die Kerstin Winking schreef voor Metropolis M.